Verschillende klassen van inrichtingen

In België worden de verschillende inrichtingen, die radioactieve stoffen gebruiken of toestellen die ioniserende stralingen kunnen voortbrengen, in vier klassen van inrichtingen ingedeeld.

De classificatieregels zijn vastgelegd bij koninklijk besluit (artikel 3.1 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende het algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen) en zijn gebaseerd op het potentieel risico van de uitbating.

Een inrichting (of een installatie) behoort tot een bepaalde klasse, afhankelijk van de hoeveelheden radioactieve stoffen, van de kracht van het toestel of de activiteit van de radioactieve bron(-nen) of van het niveau van blootstelling aan ioniserende straling. 

Classificatie

Klasse I

Naast de kernreactoren, verstaat men onder klasse I:

  • de inrichtingen waar hoeveelheden splijtstoffen worden aangewend of in bezit gehouden;
  • de inrichtingen voor opwerking van al dan niet verrijkte bestraalde kernbrandstoffen;
  • de inrichtingen waar radioactieve afvalstoffen worden verzameld, verwerkt, geconditioneerd, opgeslagen, of in het algemeen de inrichtingen waar radioactieve afvalstoffen worden behandeld, op voorwaarde dat deze inrichtingen de belangrijkste activiteit van de onderneming uitmaken; en de bergingsplaatsen van radioactieve afvalstoffen.

De inrichtingen van klasse I in België zijn dus:

Inrichtingen Beschrijving
KCD - Doel Kerncentrale Doel
Nucleaire electriciteitsproductie met 4 eenheden : Doel 1, Doel 2, Doel 3, en Doel 4.
ZPNT - Tihange Nucleaire electriciteitsproductie met 3 eenheden : Tihange 1, Tihange 2 en Tihange 3.
BP - Mol/Dessel Belgoprocess
Behandeling en opslag van radioactief afval
SCK-CEN - Mol Studiecentrum voor Kernenergie - Centre d'étude de l'Energie nucléaire
Onderzoekscentrum met 3 reactoren (BR1, BR2, VENUS)
JRC - Geel Joint Research Centre-Geel
Onderzoeksinstituut van de Europese Commissie
IRE - Fleurus Nationaal Instituut voor Radio-elementen (IRE)
Productie van radio-elementen voor gebruik in de nucleaire geneeskunde

Klasse II

Klasse II overkoepelt installaties waar aanzienlijke hoeveelheden radioactieve stoffen aangewend worden of aanzienlijke blootstellingsniveaus mogelijk zijn. Daar vinden we onder meer de industriële gammagrafie terug, de radiotherapie, de nucleaire geneeskunde en het merendeel van wetenschappelijke onderzoekscentra.

Het FANC onderscheidt ook nog een subklasse IIA, die omvat alle installaties van klasse II waarbij de kans op potentieel gevaar hoger ligt, zoals stralers, deeltjesversnellers en sommige installaties die medische radio-isotopen produceren.

Klasse III

Klasse III omvat onder andere radiologische (medische of industriële) toestellen, evenals de bronnen die soms worden gebruikt in de klassieke industrie in het kader van dichtheids- of diktemetingen. Het bijhorende risico is relatief laag.

Klasse IV

Klasse IV betreft inrichtingen waar gebruik wordt gemaakt van stoffen en materiaal waarbij de stralingsintensiteit gering is, waardoor ze geen uitbatingsvergunning nodig hebben.  

 

Laatst aangepast op: 02/05/2022