Fukushima: 10 jaar later

Op vrijdag 11 maart 2011 vond ter hoogte van de Japanse havenstad Sendai een uitzonderlijk zware aardbeving plaats met een kracht van 9 op de schaal van Richter. Veertig minuten later veroorzaakte de aardbeving een tsunami, die de kerncentrale van Fukushima Daiichi snel bereikte en waarvan de golven tot een hoogte van 14 à 15 meter stegen, ter hoogte van de centrale. De enorme golf verwoestte alles op zijn weg, bracht ernstige schade toe aan de kerncentrale van Fukushima Daiichi en deed zelfs de kernen van drie reactoren smelten.

Het kernongeval in Fukushima is de op een na grootste ramp met een kerncentrale in de geschiedenis. Het is ingedeeld op niveau 7 (het hoogste) van de INES-schaal – op hetzelfde niveau  als de ramp in Tsjernobyl (1986) – met name vanwege de grote omvang van de radioactieve lozingen. Meer dan 100.000 mensen moesten na de ramp uit hun huizen worden geëvacueerd om hen te beschermen tegen radioactieve besmetting.

Deze gebeurtenis, die een combinatie was van een nucleair ongeval, een aardbeving en een tsunami, had grote gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid in Japan. Het ongeval had ook aanzienlijke gevolgen voor de nucleaire sector in Japan, maar ook in Europa.

Tien jaar later maakt het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) de balans op en publiceert het naar aanleiding van de herdenking van het ongeval een infobrochure met als titel ‘Fukushima – 10 jaar later’. Daarnaast zal het FANC vandaag ook deelnemen aan een panelgesprek tijdens de conferentie ‘Fukushima: consequences and lessons learnt’, die wordt georganiseerd door de Belgian Nuclear Society (BNS) en de Belgische Vereniging voor Stralingsbescherming (BVS).

Meer info: