Luchtvaartpersoneel onvoldoende geïnformeerd over kosmische stralingsrisico's

FANC werkt actieplan uit na enquête bij piloten en cabinepersoneel

Piloten en cabinepersoneel krijgen van luchtvaartmaatschappijen te weinig informatie over de mogelijke risico’s van kosmische straling. Dat blijkt uit de resultaten van een enquête van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) in samenwerking met de Belgian Cockpit Association (BeCA), de beroepsvereniging die de Belgische lijnpiloten vertegenwoordigt.

Het FANC volgt jaarlijks de opgelopen stralingsdosis op van ongeveer 4.000 luchtvaartmedewerkers. Daarnaast zijn luchtvaartmaatschappijen wettelijk verplicht om hun medewerkers proactief te informeren over de gezondheidsrisico’s die hun werk inhoudt. Om te kunnen nagaan of de medewerkers die info ook daadwerkelijk ontvangen, organiseerde het FANC een bevraging in samenwerking met de Belgian Cockpit Association (BeCA). De beroepsvereniging verspreidde de enquête via haar netwerk en naar de 600 aangesloten piloten. In het totaal kreeg het FANC 400 ingevulde vragenlijsten terug. De resultaten hebben bijgevolg betrekking op 10% van het luchtvaartpersoneel dat regelmatig wordt blootgesteld aan kosmische straling.

Globaal genomen blijkt uit de enquête dat de medewerkers te weinig informatie krijgen over de mogelijke risico’s, dat ze niet voldoende op de hoogte zijn van hun eigen blootstellingswaarden en dat vrouwelijke personeelsleden onvoldoende worden geïnformeerd over de risico’s voor het ongeboren kind in geval van zwangerschap. Embryo’s en foetussen zijn immers gevoeliger voor ioniserende straling dan volwassenen.

66% van de respondenten stelt dat hun werkgever hen nooit heeft geïnformeerd over de blootstelling aan kosmische straling. De meesten kennen het fenomeen echter wel, door er zelf info over op te zoeken of door erover te spreken met collega’s en beroepsverenigingen.

Slechts 13% van de respondenten zegt dat ze de informatie over hun persoonlijke blootstellingswaarden rechtstreeks ontvangen van hun werkgever. Bijna een derde verklaart dat die informatie niet beschikbaar is. In 55% van de gevallen is de informatie wel ergens raadpleegbaar, maar moet de medewerker zelf het initiatief nemen om ze te consulteren. 15% van de geënquêteerden doet dat niet.

Vrouwelijke personeelsleden lopen een aantal beroepsrisico’s tijdens de zwangerschap, waaronder kosmische straling. De meeste zwangere personeelsleden (83%) stoppen met vliegen van zodra ze hun zwangerschapsverklaring hebben ingediend bij hun werkgever. 9% blijft nog vliegen na de zwangerschapsverklaring en 8% meldt de zwangerschap pas later, om te kunnen blijven vliegen en zo minder loonverlies te lijden. De helft van de vrouwen werd niet geïnformeerd door hun werkgever over de stralingsrisico’s voor ongeboren kinderen of over het belang van het zo vroeg mogelijk melden van een zwangerschap in dat kader.

De overgrote meerderheid van de respondenten is tevreden dat het onderwerp aandacht krijgt, zou graag beter geïnformeerd worden over de risico’s en wil bijkomende medische opvolging die specifiek gericht is op blootstelling aan ioniserende straling.

Actieplan

Om de informatiedoorstroming naar de luchtvaartmedewerkers te verbeteren, zal het FANC een actieplan uitwerken.

De luchtvaartmaatschappijen zullen worden gesensibiliseerd rond hun plicht om hun personeel te informeren over de stralingsrisico’s, over de mate van blootstelling en over het verhoogde risico voor zwangere vrouwen.

Het FANC zal informatiepakketten ontwikkelen en verspreiden en zal de best practices uit binnen- en buitenland promoten.

Ook arbeids- en luchtvaartartsen zullen bijkomende informatie ontvangen. Bovendien zal het contact tussen luchtvaartartsen en arbeidsartsen erkend voor het medisch toezicht op personen die beroepshalve zijn blootgesteld aan ioniserende straling worden gestimuleerd.
 

>> Meer info